(1) Volgens de daadwerkelijke installatiepositie van de kabelboom op het hele voertuig, om doorzakken en verschuiven van de kabelboom te voorkomen, rekening houdend met het gewicht, de bevestigingsmethode en het gemak van de bevestigingspositie van de kabelboom, de kabelboom moet voldoende en redelijke bevestigingspunten en bevestigingsmethoden hebben.
(2) Stel vaste punten in volgens de richting van de kabelboom en de specifieke vorm van de carrosserie. De afstand tussen de twee vaste punten op de rechte lijnafstand zonder het draaipunt is over het algemeen niet meer dan 300 mm; op de stompe hoekpositie kan één vast punt worden aangebracht; twee vaste punten moeten worden gerangschikt op het haakse hoekpunt; vermijd scherpe hoeken in de kabelboom.
(3) Selecteer het type en de maat van de vaste gesp volgens de vorm en buitendiameter van de kabelboom en voldoe aan de behoeften om het gewicht van de kabelboom te dragen.
(4) Overweeg een vast punt in te stellen op de positie van de connector die is aangesloten op andere kabelbomen en elektrische apparaten, en een geschikte positie van niet meer dan 120 mm voor de connector.
(5) Overweeg een vast punt op de hoofdlijn in te stellen ter hoogte van het draaipunt en de afstand van het vaste punt tot het draaipunt is niet meer dan 100 mm.
(6) In de installatierichting van de vaste gesp moet er voldoende ruimte zijn om de installatie en verwijdering van de gesp te vergemakkelijken.
Twee, nette uitstraling, gebundelde configuratie
(1) De kabelboom moet langs de randen en langs de groef (de kabelgroef ontworpen op de carrosserie) worden aangebracht om directe druk op de kabelboom te voorkomen. De kabelboom mag niet zichtbaar zijn in de cabine; waar de kabelboom goed te zien is, zoals de machinekamer, stel opvallende aantrekkingspunten of opvallende kleuren in en de hier geïnstalleerde kabelboom steekt niet uit of valt op.
(2) De opstelling is gerangschikt in een horizontaal, horizontaal en verticaal dambordpatroon in de projectierichting, waarbij diagonale opstelling wordt vermeden.
(3) De speling met de pijpleiding is uniform en de speling met de omliggende delen is redelijk.